JEZUS
Wat zeg ik nog als ik Jezus zeg,
die lieve, zachte, verschrikkelijke naam.
Die mij geleerd is? Waarom? Ik leg
de hand daarmee op het hart, ik schaam
mij voor mijzelf, maar weet niet waarom,
het is een gevoel dat mij is geleerd,
een woord, een naam naar binnen gekeerd,
een mooie naam, Here Jezus kom
En zo, en de gloed der verbeelding,
liep mij dan warm door het gezicht,
en nog wel, het is iets als een streling
van een herfstig zonlicht
en iets als de wanhopige pijn
waarvoor de wereld goed zou zijn.
Uit de bundel Het Weefsel God (1965)
J.W. Schulte Noordholt